Vertelbende

Doelgroep
BSO
Tijdsinvestering
6 tot 8 weken, met wekelijks een bijeenkomst van 90 minuten.
Genre
Literatuur
Kosten
700 tot 1200 euro
AANBIEDER

De Schoolverteller

Reinou Vogel
Tel. 06 159 671 22
Website: www.schoolverteller.nl
Email: info@schoolverteller.nl

Leer alles over verhalen vertellen van een échte verhalenverteller. Wat maakt een verhaal een verhaal? Wat is een goed begin? Hoe verzin je een verhaal? En hoe vertel je het zo, dat luisteraars aan je lippen hangen? In zes tot acht wekelijkse lessen laat een Schoolverteller eerst zien hoe hij of zij het zelf aanpakt. Na het luisteren gaan de kinderen zelf aan de slag met verhalen: tekenen, spelen, verzinnen, uitbeelden, (na)vertellen en fantaseren.

Dit project is geschikt voor kinderen uit de groepen 3 tot en met 8 van de basisschool.
Voor middenbouw en bovenbouw zijn er verschillende programma’s. Per groep kunnen 10 kinderen meedoen aan de activiteit.

Leeraspecten

De Schoolverteller werkt tijdens de lessenreeks concreet aan de volgende doelstellingen:

De kinderen maken kennis met verhalen vertellen.

De kinderen hebben plezier in het luisteren naar en vertellen van verhalen.

De kinderen kunnen een eigen verhaal bedenken en presenteren.

Daarnaast groeien de kinderen door deelname in hun persoonlijke en spraakontwikkeling, zoals:

Leren luisteren; vergroten van concentratie en opmerkzaamheid

Ontwikkeling van de fantasie

Vergroten van het zelfbewustzijn; zich kunnen en durven uitspreken

Ontwikkeling woordenschat

Ontwikkeling mondelinge taalvaardigheid

Begrip van opbouw en structuur van verhalen

Tijdsduur

6 tot 8 weken, met wekelijks een bijeenkomst van 90 minuten.

Wie meedoet, geeft zich op voor de hele lessenreeks en komt dus naar alle bijeenkomsten.

Locatie

De lessen worden gegeven op locatie: bij de naschoolse opvang, in school of kindcentrum, op een aparte ‘Verhalenplek’. Dit kan een apart lokaal zijn of een afgeschermde ruimte.

Afsluiting

De laatste les is er een gezamenlijke afsluiting. De kinderen presenteren wat ze hebben gedaan, bijvoorbeeld in de vorm van een tentoonstelling, voorstelling of filmpje. De vorm van de presentatie is afhankelijk van het niveau van de groep en wordt in overleg met de opdrachtgever vastgesteld.

Opbouw

Elke bijeenkomst heeft een vergelijkbare opbouw, met terugkerende rituelen:

Welkom. We blikken terug naar het verhaal van de week ervoor en benoemen wat we vandaag gaan doen. Als de activiteit direct aansluit op de schooldag, krijgen kinderen de gelegenheid iets te eten en drinken.

Warming-up: een lied, gedicht of spel, met beweging en/of taal en een link met het verhaal van deze les.

Verhaal. Na een (muzikaal) signaal wordt het stil en vertelt de Schoolverteller een verhaal.

Napraten. Kinderen reageren op het verhaal en maken, waar mogelijk, een koppeling met de eigen leef- en belevingswereld: “Heb jij dat ook wel eens?”

Aan de slag. Beeldende verwerking van het verhaal, door tekenen, schilderen of (na)spelen.

Afsluiting. De kinderen delen kort met elkaar wat ze hebben gedaan. Daarbij vertellen ze als vanzelf hun verhaal.

De eerste vijf bijeenkomsten werken we met bestaande verhalen. Dit is een gevarieerd aanbod met verschillende genres en vertelvormen, passend bij de leeftijdsgroep, zoals meespeelverhalen en verhalen in een vertelkastje.

In de laatste drie bijeenkomsten ligt de nadruk meer op het zelf verzinnen van verhalen, aan de hand van improvisatieopdrachten en -spelen. De jongere kinderen werken per les aan een nieuw verhaal. De oudere kinderen werken een langer verhaal uit gedurende drie opeenvolgende lessen.

Bijdrage uit de organisatie

De opvangorganisatie zorgt voor de werving van deelnemers (m.b.v. publiciteitsmateriaal geleverd door Schoolverteller) en voor het inrichten van een geschikte ruimte.

Tijdens de bijeenkomsten hoeven er geen medewerkers aanwezig te zijn, maar ze zijn van harte welkom om mee te doen: wij inspireren graag!

Afhankelijk van de gekozen wijze van afsluiten, doen we mogelijk een appel op medewerkers voor de organisatie van een eindpresentatie (uitnodigen, klaarzetten, e.d.)

Benodigdheden

De Schoolverteller maakt gebruik van gangbaar (verbruiks)materiaal van de organisatie, zoals tekengerei, scharen en papier. Hij of zij geeft ruim van tevoren aan wat er nodig is. Mocht er extra materiaal aangeschaft moeten worden, dan is dit (na overleg) op kosten van de opdrachtgever.